Groep 3b - Kern 10Woordschat kern 10 de aarde afbreken de beek beklimmen bewolkt de big de blik een blik werpen de bliksem de bloesem de buurt de druppel de duw de eekhoorn de eik eromheen lopen flauw genieten graven de hagel de hengel het hert de heuvel iets van plan zijn het kalf een kijkje nemen kletsnat de knal knipogen de knop kraken de kuil het lam meevallen de mist de motregen nieuwsgierig omwaaien de onderbroek ontdekken het onweer ophangen optillen passen planten de plas de plons raken de rat scheef de schep het schepnet schuilen de sloot speuren het spoor de stam stormen de stortbui de struik de top trillen tussenin verschuiven het veulen de vijver de vlag volhouden voorstellen het weiland de wolf de worm de wortels wreef (wrijven) zielig zwiepen