het poffertje | Een soort klein pannenkoekje dat gegeten wordt met suiker. |
het recept | Hierin staat precies beschreven hoe je een gerecht kunt klaar maken. |
de rijsttafel | Rijstmaaltijd met veel bijgerechten. |
het terras | Een tafeltje waar je buiten kunt zitten bij een café. |
de vegetariër | Iemand die geen vlees eet. |
de zuivel | Producten die van melk zijn gemaakt. |
de tafel dekken | Borden, bestek en bekers of glazen op tafel klaar zetten zodat er later aan gegeten kan worden. |
aanschuiven - schoof aan - aangeschoven | Erbij komen zitten |
afruimen - ruimde af – afgeruimd (tafel) | De borden, het bestek en de bekers of glazen van tafel halen. Dit doe je als iedereen klaar is met eten. |
opdienen - diende op - opgediend | Eten op tafel neerzetten. |
de verse producten | Groente, fruit, vlees dat vers is en niet uit een potje komen. |
bevroren | Verstijven of bevriezen. Iets wordt hard doordat het door de temperatuur bevriest. |
knapperig | Krokant |
mals | Zacht, sappig. |
vegetarisch | Zonder vlees |
Zuur (van melk) Zuur (van snoep) | Bedorven, de melk smaakt zuur, de melk is niet meer goed. Het snoepje smaakt niet zoet maar zuur. |
halfvol | De helft minder vet, tot de helft gevuld. |
vol | Veel vet, helemaal tot aan het randje gevuld. |
light ,mager | weinig vet |
de houdbare producten | Producten die je lang kan bewaren. |